Het kan altijd beter
Het is nog vakantie. Weinig werk, alles is dicht. Ik klooi de dag voorbij. Aan het eind van de dag ben ik niet helemaal tevreden. Daar is mijn innerlijke criticus weer. Ik vertel mezelf dat ik vandaag niet genoeg gedaan heb. Niet de plinten geverfd, niet gelezen en niet aan mijn administratie gewerkt. Een ongelukkig gevoel bekruipt me. Maar al snel kan ik deze denkfout corrigeren. Ik ben goed, ook als ik niks doe. Het idee dat ik alleen gelukkig ben als ik meer doe, meer heb of als ik meer bereik is de ultieme valkuil: als je altijd aan het streven bent naar geluk, ben je nooit gelukkig. Een beetje ambitie is heel gezond, maar altijd streven naar meer maakt dat je blind wordt voor wat je allemaal al in je hebt.
Stoppen met streven
- Neem een moment om even stil te zitten
- Kijk naar de gedachten die voorbij razen, vooral over wat er allemaal anders zou moeten zijn en wat je allemaal moet doen om dat te bereiken.
- Laat deze gedachten gaan en bedenk dat je nooit gelukkig kan zijn als je altijd aan het streven bent naar meer.
- Pro tip: leer mediteren om ruimte te creeren tussen deze gedachten aan meer en je dagelijkse ruimte om gelukkig te zijn met wat je nu hebt.
Achtergrond bij streven
Ons hele leven worden we geconditioneerd door te geloven dat je gelukkig kan worden (en het dus nu niet bent). De condities voor dit geluk schuiven echter altijd vooruit zodat het nooit voelt alsof je er al bent. Dit is een beetje de aard van het beestje mens en heeft zeker mooie kanten die ons vooruit helpen. Het heeft ook een dark side die maakt dat het nooit goed genoeg is. Door je brein regelmatig te trainen om ook deze gedachten te bevestigen kan je leren om niet altijd het vel over je oren te trekken door te streven naar meer groter en beter.