Vorige week gaf ik in het kader van de techniekweek op school een workshop in de klas van mijn dochtertje, groep 1 en 2 van de basisschool. Het was leuk om kinderen iets te zien doen dat ze nog nooit eerder gedaan hebben. Tevens kreeg ik een mooi inzicht bij de opmerkingen die de kinderen maakten.
Workshop
Ik had bedacht om de kinderen met satéprikkers en bolletjes klei een soort atoomstructuur te laten maken. Dat leek me een leuk en overzichtelijk werkje voor kinderen in de leeftijd van 4 en 5 jaar. Voor veel kinderen bleek het pittig om er wat moois van te maken. Het was opmerkelijk om te zien dat ze vaak de volgende opmerkingen maakten:
Ik snap het niet!
Als ik een groepje uitgelegd had wat de bedoeling was konden ze aan de slag gaan. Er waren altijd wel een paar kinderen die op voorhand zeiden: ik snap het niet! Zonder dat ze het een geprobeerd hadden. Ik legde het nog een keer uit en probeerde ze rustig op gang te helpen.
Ik kan het niet!
Na een paar bolletjes en satéprikkers werd het wat lastiger om de verbindingen te maken. Veel kindjes zeiden na de eerste poging die mislukte: ik kan het niet. Met een beetje hulp konden ze eigenlijk vrij goed weer verder.
Is het zo klaar?
Als er eenmaal een aardige structuur stond zei een aantal kindjes: is het zo klaar? Ze hadden het wel weer gezien met het knutselen. Als ik er nog een paar satéprikkers bijprikte en liet zien dat de structuur nog veel mooier kon worden gingen ze vaak weer lekker door.
Volwassen twijfels
Toen ik de opmerkingen van de kinderen na afloop liet bezinken kwam ik er achter dat deze niet zo veel anders zijn bij volwassenen. We maken de opmerkingen niet in dezelfde bewoordingen, maar de inhoud is wel hetzelfde: over veel dingen twijfelen we of we ze wel goed doen. Of we spreken onze tijfels niet uit, maar denken er wel zo over. De manier waarop we omgaan met deze tijfels is wezenlijk anders dan bij kinderen. We zijn minder extravert en onderkennen ze vaak zelf niet. Waardoor we vast komen te zitten of het wegstopppen.
Door het onderkennen van twijfels en er goed mee om te gaan kun je jezelf helpen:
Bij het oplossen van een lastig probleem op je werk: Ik snap het niet!
Ik heb veel gewerkt met technische mensen die over het algemeen niet extravert zijn. Bij een probleem dat ze niet snapten spraken ze dat niet uit. De angst dat collega’s hier minachtend over zouden doen speelde mee. Het gevolg was dat ze het wiel opnieuw gingen uitvinden terwijl een collega een bureau verderop vaak wel een oplossing voor het probleem had. Als dit de cultuur is binnen je bedrijf zal je in projecten altijd dezelfde fouten blijven maken.
Bij het begin van iets nieuws zoals het voorbereiden van een presentatie zakt de moed je in de schoenen: Ik kan het niet!
Als je gevraagd wordt om iets te doen waarvan je op voorhand niet weet hoe je het moet doen is het verleidelijk om meteen te zeggen dat je het niet kan. Het is wel goed om je twijfel kenbaar te maken, maar door eens rustig te bedenken en te proberen hoe ver je kan komen zul merken dat je het wel kan en jezelf verrassen.
Als je een artikel hebt geschreven dat nog net niet goed genoeg is: Is het zo klaar?
Bij het schrijven van een artikel ben ik vaak iets te snel klaar, het kost moeite om de laatste zinnen ook netjes te vormen zodat ze goed lopen. Juist die laatste inspanning om een artikel echt goed te maken loont vaak.
Zo kun je dus best jezelf ruimte geven om te twijfelen, maar dan is het goed om dat op te merken en ernaar te handelen. Je kop in het zand steken en er niks mee doen resulteert vaak in extra stress. Je kan er wat van leren hoe onbevangen kinderen reageren in dit soort situaties. Het verschil is dat kinden zichzelf minder makkelijk gerust kunnen stellen. Dit kan jij wel doen als het het goed aanpakt!